Wjutsemejutseme Frysk

Was u mij zestien jaar geleden tegengekomen, dan had u de indruk van me gekregen dat ik NIET van de Friese taal houd. Op ‘Friese verjaardagen’ ging ik dikwijls de discussie aan en stelde de vraag waarom ik als Hollander Fries zou moeten leren. U moet weten: ik verstond er gewoon geen snars van. Ik volgde de helft van de gesprekken niet. De feestgangers spraken in mijn oren als de Zweedse kok in de Muppetshow. “Hurskeburskeburskeburs.” En dan op z’n Fries: Hjutskehutterdehjutskehuts.

Geen touw aan vast te knopen.

Ik zette in dat eerste studiejaar uiteindelijk maar Omrop Fryslân (de Friese omroep) aan op de achtergrond, zodat ik nog een beetje meekreeg van de taal. Het duurde lang eer ik het mij eigen had gemaakt, maar nu ben ik pro-Fries. ‘Praat mar Frysk’, zeggen we dan. Dat is een campagne van de Provinsje Fryslân (ja, zo noemen we hier de provincie dus). En nu komen we weer bij die discussie van de Hollander die Friesland bezoekt en al dan niet Fries moet spreken. 

Promotie van de Friese taal

De provincie promoot haar eigen taal. Dat kan. Dat mag ook. Maar hoe ver ga je daarin? De meeste naambordjes van dorpen zijn voor de Hollanders al onleesbaar, maar dat is nog wel ludiek. Mijn tweelingbroer hangt standaard slap achter z’n stuur als hij hier de grens overkomt en de binnenlanden inrijdt. 

Nu reed ik afgelopen week naar Harlingen (op mijn fiets, dus: langzaam). Een groot bord kondigde iets aan. (Let wel: als je in de auto met 80km per uur langsrijdt, dan kun je meestal maar twee woorden goed lezen.) Staat op dat bord: ‘Wy wurkje oan’e rûnwei fan Frentsjer’. Wjutskewjutterdewjuttewuts. Dat lees je als je als Hollandse toerist dat bord passeert. Hoogstwaarschijnlijk zelfs alleen maar Wjutske. Aan de grootte van het bord is duidelijk te zien dat er echt iets aan de hand is. Maar wat? En, waar zijn we eigenlijk? Want geloof me: Frentsjer lijkt voor een Hollander in de verste verte niet op Franeker.

Zit ik dit weekend na een mooie wandeling tussen Hielpen (voor de Hollander: Hindeloopen) en Starum (yes yes: dat is Stavoren) een biertje te drinken bij de sluis, kijk ik uit op een nog veel groter bord dan dat ik in Frentsjer zag. ‘Wy meitsje in twadde slûs’. Hoeveel Hollandse (en Duitse!) toeristen komen hier die haven binnenvaren? Tegen het tweede biertje waren dat er al zeker zeventien! Dat zijn toch juist de mensen die willen weten dat er een tweede sluis gemaakt wordt? Met een beetje taalgevoel kom je daar nog wel uit, maar of het nu echt handig is van de provincie om in het Fries te communiceren als de ontvanger van de boodschap ook toerist kan zijn, dat vraag ik mij af. Voor zover het bootjesvolk weet:

‘Wamatsjewamatsje in Starum’.

Nou, maak daar maar iets moois van! 

Leave a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Scroll to Top