Langs de Dokkumer Ee reed ik altijd op m’n mountainbike van Leeuwarden naar Dokkum. Daar stond ik op het bruggetje bij het keerpunt van de Elfsteden en keek het stadje in. ‘Hier wil ik wonen’, dacht ik dikwijls. Ik studeerde toen nog, maar zag de charme van Dokkum wel. Klein Amsterdam noemde ik het in gedachten. Lang verhaal kort: ik kwam er te wonen. Op de mooiste plek: aan ‘t keerpunt. (Nee… ik heb geen Elfsteden meegemaakt, wél de finish van de Nuon Solar Challange. Tijden veranderen. Klimaatkwestie.)
In Friesland zeggen mensen elkaar gedag
In Dokkum werd ik geconfronteerd met een nieuwe vorm van gedag zeggen. Het was 2003, ik woonde al zes jaar in Friesland dus ik had ondertussen ‘Hoi’ leren zeggen. (Zowel bij aankomst, als bij vertrek.) Raamvertelling: toen ik nog in Leeuwarden woonde, ging ik met mijn toenmalige vriendje naar restaurant Het Leven. Hij kwam uit Utrecht. Toen we na het diner vertrokken, zei de serveerster die ons de hele avond bediend had heel vriendelijk: “Hoi!” Jeroen stopte. Keek mij eerst aan. Toen keek hij weer naar de dame met het dienblad. “Eh ja… Hallo”, zei hij, met een blik in zijn ogen die boekdelen sprak: Dat meisje is niet helemaal goed, ze heeft ons toch de hele avond al bediend?
Terug naar de kern. In Friesland zeggen de mensen elkaar gedag. Altijd. Dus waar het stigma dat Friezen stug zijn vandaan komt, is me een volkomen raadsel. Ik woonde nog geen week in Dokkum en ik liep al doënd over straat. Doënd? Ja, in de Wâlden zeggen ze geen ‘hoi’, maar ‘do’. Dat was even wennen. Nog meer wennen was het, dat je bij elke willekeurige wederzijdse blik op straat vriendelijk begroet werd. Ik heb zodoende heel wat afgedo’t.
‘Do’ komt van ‘dag’, geloof ik, en dat zeiden wij in ’t midden van het land ook wel eens. ‘Dag’ ligt beetje achter in de keel. ‘Do’ ligt voor in de mond. Hoe het ook zij of hoe het ook gezegd wordt, in Friesland zegt men elkaar gedag. Dat mis ik nog wel eens als ik terug ga naar mijn roots. Daar loopt iedereen over straat en kijkt naar beneden. Wat ze daar zoeken weet ik niet, maar ze vinden er zéker geen do!